Selecteer een pagina

 

De agrarische sector is de snelst vergroenende sector in Nederland. Op allerlei terreinen grijpen boeren en tuinders hun kansen. Een probleem is wel dat de inkomenssituatie soms belemmerend werkt op de nodige investeringen.
Boeren en tuinders zijn zeer geïnteresseerd in energiebesparing en de opwekking van duurzame energie. ‘Ja, het leeft bij veel ondernemers. Ze zijn er wel degelijk mee bezig’, bevestigt Hans Huijbers, LTO-portefeuillehouder Duurzaam ondernemen. Al jaren is warmtekrachtkoppeling (WKK) een duidelijk voorbeeld van de manier waarop de agrarische sector de verduurzaming van de energievoorziening op grote schaal oppakt.  tractorverzekering

Minder CO2
De WKK-installaties van de glastuinbouw dekken de elektriciteitsbehoefte van zo’n 15 procent van de Nederlandse huishoudens. Het is stroom die niet geproduceerd hoeft te worden door elektriciteitscentrales, zodat op nationaal niveau flink minder CO2 wordt uitgestoten. Daarnaast zijn er activiteiten op het gebied van zon, wind, biomassa en warmte-koudeopslag. Ook geothermie (aardwarmte) is in opkomst. ‘Ondernemers kiezen voor de manier die het best bij hun bedrijf past’, aldus Eric Douma, voorzitter van de werkgroep Klimaat en Energie van LTO Nederland.

Succesvolle oplossing
‘Er gebeurt heel veel’, concludeert Huijbers. ‘En niet zonder resultaat. Neem BMC Moerdijk die een succesvolle oplossing biedt voor de verwerking van pluimveemest in Nederland. Door de mest te verbranden, produceert BMC op duurzame wijze elektriciteit en kunnen de mineralen worden hergebruikt.’
Tegelijkertijd zijn er veel mestverwerkingsinitiatieven in combinatie met vergisting, waarbij de restwarmte wordt benut. Het initiatief van FrieslandCampina voor monovergisters op melkveebedrijven past daar ook in.

Windenergie
Lastiger ligt het volgens Huijbers op het gebied van windenergie. De regelgeving belemmert kleinschalige initiatieven. ‘Boeren en tuinders zouden vele malen meer windmolens kunnen plaatsen als dat beter gefaciliteerd zou zijn. Nu zie je dat boeren, na er enkele jaren vergeefs aan te hebben getrokken, de plek voor windmolens uiteindelijk verkopen aan een grootschalige leverancier.’

Asbestdaken
Veel mogelijkheden zijn er op het gebied van de sanering van asbestdaken, waarbij op een nieuw dak zonnepanelen worden geplaatst. Onder meer in Zeeland zijn daar al flinke successen mee geboekt. ‘Dat zou op meer plekken kunnen, als de financiële positie van bedrijven beter zou zijn. In veel gevallen laat de kaspositie het gewoon niet toe’, aldus Huijbers.

Lage inkomens
De lage inkomens zitten ook andere ontwikkelingen in de weg. Dat stimuleert de omslag naar duurzame energieontwikkeling niet. Huijbers: ‘Als de financiële positie het zou toelaten, zouden de ontwikkelingen in de energieopwekking op het platteland nog sneller gaan. We kunnen het en we willen het.’

Altijd aandacht voor
Het betekent niet dat duurzame energie uit zicht raakt bij ondernemers. ‘Als ze investeren op hun bedrijf, wordt het thema energie eigenlijk steeds meegenomen. Daar is altijd aandacht voor’, stelt Douma vast. Hij wijst erop dat de wet- en regelgeving daartoe ook dwingt voor energie-investeringen die binnen vijf jaar terugverdiend kunnen worden. LTO-werkgroep Klimaat en Energie houdt zich bezig met het scheppen van goede voorwaarden. ‘Zo hebben we het intern salderen van elektriciteit uit zonnecellen op de agenda gezet. Dat is uit onze werkgroep gekomen’, zegt Douma.

Activiteitenbesluit
Hetzelfde geldt voor de manier waarop het Activiteitenbesluit omgaat met vergisters die alleen producten van het eigen bedrijf verwerken. De erkenning dat het gaat om een activiteit die bij het bedrijf past waarvoor geen extra vergunning nodig is, is door de werkgroep Klimaat en Energie in gang gezet. Daarnaast is er proactief aandacht voor toekomstige ontwikkelingen. Douma noemt de komende Europese regels voor methaanemissie. ‘Die proberen wij om te zetten in een kans voor de ondernemers. We willen niet wachten tot dergelijke regelgeving ons overkomt.’

Bron: Nieuwe Oogst.nu